Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want hun macht is in hun mond, en [25]in hun staarten; want hun staarten zijn aan [26]de slangen gelijk, en hebben hoofden, en beschadigen met dezelve. 25. Dit duiden sommigen daarop, dat zij niet alleen van voren in het volgen, maar ook van achteren in het vluchten eertijds met hun bogen, en nu met hun geschut, weten te schieten en te beschadigen. 26. Welker vergift in het hoofd en in den staart ligt, die ook met deze beide meest plegen te beschadigen, gelijk er ook zodanige slangen worden gevonden, die hoofden hebben aan hare staarten, en Amphisbene genoemd worden.